Undertaker Jonas Crow krijgt de opdracht de begrafenis van Joe Cusco te regelen. Wanneer hij bij het landgoed van Cusco aankomt, blijkt de man helemaal niet dood te zijn. Cusco maakte fortuin met het uitbaten van goudmijnen. Nu hij terminaal ziek is, wil hij nog een wilde nacht: drank, eten en goud. Hij is immers vastbesloten zijn fortuin mee te nemen in zijn graf. Voor hij zelfmoord pleegt, slikt hij daarom het goud in dat hij kreeg voor de verkoop van zijn mijnen. In zijn testament geeft hij Rose Prairie, zijn trouwe hulp, de opdracht Crow te vergezellen naar zijn laatste rustplaats, de eerste mijn die hem succes bracht. Zullen Crow en Rose, een jonge puriteinse Engelse, elkaar onderweg vinden?
Doodgraver Jonas Crow, de Engelse gouvernante Rose en de Chinese dienstbode Lin moeten het met goud gevulde lijk van de oude Cusco naar de Red Chance-mijn brengen. Ze hebben daar drie dagen voor. Drie dagen, een lijkkoets, 50 mijl om af te leggen, achtervolgd door een hele horde ziedende mijnwerkers!
Doodgraver Jonas Crow heeft gezelschap gekregen, niet alleen van de wat nukkige Chinese Lin, maar ook van de charmante maar eigenzinnige Britse Rose. Aanvankelijk zorgt dat voor spitse dialogen, waarbij Rose duidelijk laat weten dat zij zo haar eigen kijk heeft op het beroep van begrafenisondernemer. Maar als een begrafenisplechtigheid uit de hand loopt en een oude bekende van Jonas, een kolonel, hem waarschuwt dat de `Reus van Sutter Camp' gesignaleerd werd, staat er Jonas maar een ding te doen: hij moet de `Reus' vinden. Samen met Line en Rose gaat hij op klopjacht. Daarbij spelen ook de demonen uit het verleden hem parten, want de burgeroorlog heeft ook bij Jonas diepe wonden geslagen. Een dwars hoofdpersonage, fascinerende nevenpersonages en een uitstekende plot zorgen ervoor dat er telkens reikhalzend wordt uitgekeken naar het verschijnen van een nieuwe Undertaker.
De zwaargewonde Rose hoopt dat Jeronimus Quint, de zogenaamde Reus
van Sutter Camp, haar kan verzorgen en ze besluit hem te volgen.
Doodgraver Jonas Crow en Lin zitten hen op de hielen en zijn
vastberaden hun vriendin te redden uit de handen van de monsterlijke
chirurg en voor eens en voor altijd met hem af te rekenen. Maar hoe
een halt toeroepen aan een man die over het kwaadaardige vermogen beschikt om van iedere onschuldige patiënt een dodelijke handlanger
tegen de Undertaker te maken?
Course finale entre l'Undertaker et son ennemi, l'Ogre de Sutter Camp !Gravement blessée, Rose a accepté de suivre L'Ogre de Sutter Camp, alias Jeronimus Quint, dans l'espoir qu'il la soigne. À leurs trousses, Jonas Crow et Lin, bien décidés à sauver leur amie et à régler une fois pour toutes son compte au monstrueux chirurgien. Mais comment arrêter un homme dont le génie maléfique lui permet de transformer chaque patient innocent en un complice mortel contre l'Undertaker ?
Partie 1
Le premier épisode d'H.$.E s'ouvre sur un monde anéanti par une crise financière sans précédent. Pourtant, alors que l'économie des pays industrialisés est ravagée, que les chômeurs et les petits porteurs ruinés se comptent par millions, une valeur financière semble résister : l'être humain. Les représentants de l'élite de la société peuvent se faire coter en bourse et devenir des « Red Eyes ». L'introduction en bourse n'est donc plus le seul privilège de personnes morales, c'est aussi une réalité pour des personnes physiques, qui perçoivent un capital, portent au poignet une « rate watch » indiquant leur cote et répondent à leurs actionnaires dans leurs assemblées générales... Félix Fox a besoin d'argent et ne rêve plus que d'une chose : être coté. Il y parvient à force de persuasion et d'efforts. Soutenu par le créateur du H.$.E, il voit sa cote monter en flèche et atteindre des sommets, mais bien sûr il y a aussi un prix à payer...
De zwaargewonde Rose hoopt dat Jeronimus Quint, de zogenaamde Reus van Sutter Camp, haar kan verzorgen en ze besluit hem te volgen. Doodgraver Jonas Crow en Lin zitten hen op de hielen en zijn vastberaden hun vriendin te redden uit de handen van de monsterlijke chirurg en voor eens en voor altijd met hem af te rekenen. Maar hoe een halt toeroepen aan een man die over het kwaadaardige vermogen beschikt om van iedere onschuldige patiënt een dodelijke handlanger tegen de Undertaker te maken?
In De Witte Indiaan kreeg Sid Beauchamp van Joséphine Barclay de
opdracht de overblijfselen te vinden van haar zoon Caleb, die door de
Apaches tot slaaf was gemaakt en begraven lag in het hart van de
verboden landen van Arizona. Om deze missie uit te voeren, deed hij
een beroep op Jonas Crow, zijn jeugdvriend die begrafenisondernemer
werd. Wat hij hem niet vertelde was dat hij zelf Caleb had vergiftigd. En dat Caleb, getrouwd met een Indiaanse vrouw genaamd
Salvaje, de zaak van het Apache-volk op zich had genomen onder de
oorlogsnaam Witte Indiaan. Hij keert terug met het lijk van Caleb en
Salvaje en Chato, het kind dat uit hun verbintenis werd geboren.
Beauchamp geniet van zijn triomf. Hij zal eindelijk kunnen trouwen
met Joséphine, de rijkste vrouw in Tucson. Op voorwaarde dat Jonas
Crow zich aan de officiële versie houdt en aan niemand onthult dat
Sid verantwoordelijk is voor de dood van haar zoon. Maar Salvaje, die
de hulp van Jonas krijgt, is vastbesloten zich te wreken uit naam van
de Witte Indiaan...
1573. Twee mannen worden in het Franse Juragebergte opgejaagd door
een posse van dertig opgehitste katholieken. Die jagen op het boek
dat de twee bij zich hebben: een naar het Frans vertaalde Bijbel die
in Zwitserland gedrukt zal worden. Het lijkt een ongelijke strijd,
maar de twee roepen de hulp in van Hans Stalhoffer, de vroegere
wapenmeester van Frans I. Stalhoffer ziet zichzelf niet als een prooi, hij is de jager. De wapenmeester is een magistraal one-shot
dat zich afspeelt ten tijde van de reformatie. De duistere
middeleeuwen mochten dan wel plaatsgemaakt hebben voor de culturele
opleving van de renaissance, de fanatieke godsdienstoorlogen tussen
katholieken en protestanten zouden de pagina's van de
geschiedenisboeken nog jarenlang bloedrood kleuren.
Land in zicht! De Neptune nadert de kust van Zuid-Amerika. Long John
Silver en zijn kornuiten, Lady Vivian Hastings, dokter Livsley en
luitenant Dantzig slaken een zucht van opluchting. Alleen Moc, de
indiaan, blijft er onbewogen bij. Het schip neemt nog enkele
hachelijk hindernissen en bereikt dan een magische lagune. Eindelijk!
Het goud van de mythische stad Guyanacapac ligt nu binnen handbereik.
Maar de vreugde slaat om in spanning als blijkt dat ze eerst door een
vijandige jungle moeten. Bovendien lopen de gemoederen tussen de
clans van Long John Silver en Dantzig op. Ook Vivian en Livsley - ver
weg van het vertrouwde Engeland - raken meer en meer vervreemd ...
Iedereen kent Schateiland, maar wie weet wat er werkelijk is gebeurd
met de piraat Long John Silver? Xavier Dorison en Mathieu Lauffray
vertellen zijn geschiedenis, op basis van spannende avonturen- en
piratenverhalen. Schitterend! Lady Vivian Hastings is door haar
echtgenoot in Bristol achtergelaten. Hij is afgereisd naar de nieuwe
wereld. Maar Lady Vivian is niet alleen achtergebleven. Ze is een
knappe vrouw en heeft vele aanbidders. Deze weten niet dat Vivian
financieel aan de grond zit, hoewel ze nog steeds eigenares is van
het landgoed. En ze weten ook niet dat ze zwanger is... Alles
verandert wanneer Vivian bericht krijgt van haar man. Hij wil dat ze
naar Zuid-Amerika overkomt, waar hij de mythische schat van
Guayanacapac heeft ontdekt. Lady Hastings heeft geen keus en besluit
naar Amerika te gaan. Ondanks de waarschuwingen van dokter Livesey,
doet ze een beroep op een stel wetteloze mannen, wiens leider niemand
anders is dan de beruchte Long John Silver... Vivian sluit een
bloedpact met de piraat: hij brengt haar naar de Nieuwe Wereld in
ruil voor een deel van de schat. De reis gaat naar de meest afgelegen
streken, diep in de jungle van het Amazonegebied.
Long John Silver, lady Vivian, dokter Livesey en de andere
schipbreukelingen bereiken eindelijk de eindbestemming van hun lange
en slopende reis: Guyanacapac. In de mythische stad schuilt niet
alleen een schat¿ er wacht hen ook een duivelse valstrik. Een voor
een maken ze kennis met het gruwelijke geheim dat de stad verbergt en
ontdekken ze het ware gelaat van de indiaan Moxtechica. Voor de
zwangere Vivian is er geen weg terug: ook zij zal deze ultieme
beproeving moeten doorstaan ...
In de wereld van de Vikingen is de eenbenige Asgard IJzerpoot een
skräeling, letterlijk "lelijke man". Toch staat hij bekend als de
allergrootste jager van Fjrdland. De oude krijger van de Hilde
scheept in op een drakenboot voor een noodmissie. Ze maken jacht op
de Krkken, een mysterieus zeemonster dat vissers verslindt. Met vijf
vertrokken ze, nu blijven ze nog met drie over ... en het bloeddorstige monster leeft nog altijd
Jonas Crow, croque-mort, doit convoyer le cercueil d'un ancien mineur devenu millionnaire vers le filon qui fit autrefois sa fortune.
Des funérailles qui devraient être tranquilles, à un détail près : avant de décéder, Joe Cusco a avalé son or pour l'emmener avec lui dans l'éternité. Pas de chance, le secret est éventé et provoque la fureur des mineurs d'Anoki City.
Comment laisser enterrer une telle fortune alors que pour survivre, eux suent sang et eau dans les filons ?
Comme le dit Jonas, "la mort ne vient jamais seule"...
Jonas Crow, croque-mort ; Rose, gouvernante anglaise ; et Lin, domestique chinoise, doivent ramener la dépouille remplie d'or du vieux Cusco au filon "Red Chance". Ils ont trois jours. Trois jours, un corbillard, 50 miles à parcourir et une ville entière de mineurs survoltés à leurs trousses ! « La Danse des vautours » est la suite du 1er tome d'Undertaker, un western décoiffant signé par deux maîtres de la B.D. : Xavier Dorison et Ralph Meyer.
Dans L'Indien blanc, Sid Beauchamp était chargé par Joséphine Barclay de retrouver la dépouille de son fils, Caleb, réduit en esclavage par les Apaches et enterré au coeur des terres interdites d'Arizona. Pour mener à bien cette mission, il a fait appel à Jonas Crow, son ami de jeunesse devenu croque-mort. Ce qu'il ne lui a pas dit, c'est qu'il a lui-même empoisonné Caleb. Et que celui-ci, marié à une Indienne nommée Salvaje, avait embrassé la cause du peuple Apache sous le nom de guerre d'Indien Blanc. De retour avec le cadavre de Caleb, Salvaje et Chato, l'enfant né de leur union, Beauchamp savoure son triomphe. Il va enfin pouvoir épouser Joséphine, la femme la plus riche de Tucson. À condition que Jonas Crow s'en tienne à la version officielle et ne révèle à personne que Sid est responsable de la mort du jeune homme. Mais Salvaje, avec l'aide de Jonas, est bien décidée à venger la mémoire de l'Indien Blanc... Ce sixième tome de la série, servi par la maestria graphique de Ralph Meyer, associé pour les couleurs au talent de Caroline Delabie, et l'imagination puissante de Xavier Dorison, confirme la place d'Undertaker au sommet du western en bande dessinée.
Une diligence se fait sauvagement attaquer par les Apaches de Salvaje. Ceux-ci se montrent sans pitié et tuent les hommes blancs qui ont osé s'aventurer sur leurs terres. Pourtant, parmi les agresseurs, se trouve un Indien blanc... Autrefois appelé Caleb, le jeune homme a été kidnappé et torturé par les amérindiens qui en ont fait l'un de leurs meilleurs guerriers. Ce fut leur façon de punir sa mère, Joséphine Barclay, propriétaire de l'entreprise du même nom, pour avoir voulu faire passer le chemin de fer sur les terres apaches. Apprenant que l'Indien blanc aurait été tué au cours de l'assaut de la diligence, Madame Barclay désire au moins récupérer le corps de son fils et charge le Shérif Sid Beauchamp de trouver la personne qui accomplira cette mission. Et dès qu'il est question de cadavre, c'est évidemment Jonas Crow qu'on appelle !
Jonas Crow est de retour, à la poursuite de son passé troubleDans ce troisième tome d'« Undertaker », Jonas Crow n'est plus ce pauvre croque-mort solitaire... même si, lui, aurait bien voulu le rester ! Dorison et Meyer lui ont associé mademoiselle Lin et Rose, la belle Anglaise. De la douceur dans son monde de brutes ? Pas pour très longtemps... Un ancien colonel lui apprend que « l'Ogre de Sutter Camp est vivant » ! Son passé trouble pendant la guerre de Sécession ressurgit, et Jonas engage alors sa « troupe » dans une chasse à l'homme et à ses propres regrets...
Marseille, 1900. Clément est un ouvrier apprécié de tous. Un homme juste et droit, père de famille, mais dont la vie semble receler d'étranges secrets. Sa mort sera aussi brutale que mystérieuse. Gennevilliers, 1909. Les trois enfants de Clément ont grandi. Livrés à eux-mêmes, privés de leur mère qui croupit en prison, ils n'ont que la faim et la violence comme horizon. Un jour, une femme âgée prend contact avec eux. Elle se dit comtesse et prétend avoir connu leur père. Elle est à la fois étrange et rassurante, excentrique et attachante. Elle s'appelle Aristophania Bolt. Pour les arracher à leur vie de misère, elle les emmène loin de leur grisaille quotidienne et des morsures de l'hiver. Direction le Sud, son soleil et ses calanques, ses rivières et ses paysages sauvages. Direction l'Azur - c'est ainsi qu'elle nomme ce qui ressemble, pour les trois orphelins émerveillés, au Paradis sur terre. Mais il faut se méfier des apparences. Toute médaille a son revers, et l'Azur n'échappe pas à cette règle. Derrière la beauté et la lumière, de sourdes menaces étendent leur ombre. Elles ont pour nom Barboza, le chasseur de rats, ou encore le Roi banni et sa sinistre cour de laquais. Tous attendent leur heure, tapis dans les recoins des quartiers sombres de Marseille. Aristophania, la dernière fée d'Azur, convoquera toutes les ressources de sa magie afin de protéger les enfants et de les révéler à leur Destin... Avec Aristophania, Xavier Dorison et Joël Parnotte inaugurent une saga de French fantasy en quatre tomes, qui navigue entre fantastique flamboyant et réalisme social, entre merveilleux et romantisme noir. Bienvenue en Azur, mais attention à ses dangers...
Aidé par ses sbires et ses puissants calamyrhs, le Roi banni Gédéon est plus fort que jamais. Pour gagner sa guerre secrète contre le royaume d'Azur, il s'en prend à tous ceux qui en maîtrisent la magie, et veut en finir avec la première d'entre eux : la Reine. Pour la retrouver, Gédéon est prêt à tout. Il ne reste qu'un espoir ; celui dont rêve Aristophania : trouver la Source Aurore avec l'aide des enfants. Mais le temps presse et désormais tous les laquais du Roi-Banni sont à leurs trousses, bien décidés à ne jamais les laisser arriver en vie à la source légendaire...
La révolte de Gédéon, le Roi banni, est en marche. La haine qui l'anime, et dans laquelle il puise la force de son Azur noir, est plus puissante que jamais. C'est justement cette haine, cette colère des opprimés, qui sera l'ingrédient principal de la grande révolution qu'il prédit à la Montagne rouge. En effet, Gédéon, gonflé de rancoeur, est bien décidé à faire basculer l'histoire et à gagner la lutte perdue lors de la Commune de Paris... à cause de la Cour d'Azur et d'Aristophania. Sans compter que Gédéon a des comptes personnels à résoudre avec la vieille comtesse, qu'il juge en partie responsable de la mort de leur fils, et qu'il essaie de faire souffrir par tous les moyens. Dans ces conditions, le chemin vers la paix paraît plus inatteignable que jamais... Pour empêcher les desseins du Roi banni de se réaliser, Calixte, accompagnée de son frère Victor, poursuit sa quête de la Source Aurore. Mais le temps presse : la Commune de Marseille est sur le point d'éclater et les laquais de Gédéon sont à leurs trousses. Leur grand frère Basile, quant à lui, a rejoint les rangs du Roi banni. Manipulé par Gédéon et son Azur noir, il demeure persuadé d'avoir été trahi par Aristophania. Il en est sûr désormais : ce n'est que grâce aux forces obscures de l'Azur qu'il pourra améliorer durablement le destin de sa famille... Mais ses nouveaux alliés sont-ils aussi sincères et protecteurs qu'ils n'y paraissent ?
Basile, Victor et Calixte ont enfin retrouvé leur mère, Adèle Francoeur, mais dans un état très inquiétant. Le Roi banni l'a privée de son Azur et l'a recouverte de Calamyrhs, catalyseur puissant empêchant l'énergie de regagner son corps. L'état d'Adèle n'est cependant pas l'unique préoccupation d'Aristophania : la puissance des Calamyrhs inquiète le royaume d'Azur. Avec une telle arme en sa possession, le Roi banni pourrait aisément gagner la guerre qui se profile. La destruction de ce pouvoir devient donc essentielle et seule la Source Aurore pourrait contrecarrer ses plans et sauver la mère des enfants. Aristophania en est convaincue : l'un d'eux pourrait trouver cette source. Mais la Reine d'Azur ne lui laisse que sept jours pour réaliser un tel miracle...
Si chacun connaît L'Île au trésor, qui sait réellement ce qu'il est advenu du pirate Long John Silver ? Xavier Dorison et Mathieu Lauffray ont tout simplement entrepris de raconter son histoire, nourris par les récits de grande aventure et de piraterie. Somptueux !
Délaissée par son mari parti découvrir le nouveau monde depuis plusieurs années, lady Vivian Hastings est restée à Bristol, en Angleterre. Seule ? Pas tout à fait : Vivian, consciente de son charme, ne manque pas de courtisans... Ceux-ci ne connaissent pas sa situation matérielle inquiétante : ruinée bien que toujours propriétaire du domaine et, surtout, enceinte...
Tout bascule le jour où Vivian reçoit enfin des nouvelles de son mari qui lui somme de le rejoindre en Amérique du sud où Lord Hasting aurait découvert le mythique trésor de Guayanacapac ! Acculée, Lady Hastings décide de partir et fait appel, malgré les mises en garde du docteur Livesey, à une bande d'hommes sans foi ni loi dont le chef n'est autre que le redoutable Long John Silver... Vivian conclut un pacte de sang avec ce pirate qui lui propose de l'embarquer jusqu'au nouveau monde en échange d'une partie du trésor. Le voyage s'effectuera jusque dans les pays les plus reculés, le long de l'Amazonie, en pleine forêt.
